Gisteren werd bekend dat een weduwe uit kampong Skip (Sumatra, Indonesië) wordt gecompenseerd voor de dood van haar echtgenoot. De man werd 5 januari 1949 standrechtelijk geëxecuteerd door Nederlandse soldaten in het kader van een grootschalige aanval op Rengat e.o., dat op steenworp afstand ligt van Skip. De echtgenoot, die bij leven werkte bij de politie, werd in zijn huis doodgeschoten. Zijn weduwe is thans 85 jaar oud.
Lees hier een artikel in de Telegraaf over deze schadeclaim.
De schadeclaim van de weduwe werd begin december 2016 ingediend op basis van een regeling die de Staat eind 2013 bekendmaakte (de Bekendmaking). Op grond daarvan kunnen weduwen van mannen die tijdens het postkoloniaal geweld in het voormalig Nederlands-Indië standrechtelijk werden geëxecuteerd door het Nederlandse leger, buiten de rechter om hun schade op de Staat verhalen. Daar staat een compensatiebedrag tegenover van €20.000. Mocht de claim worden afgewezen moeten de weduwen alsnog naar de rechter.
De weduwe werd bijgestaan door advocaten Liesbeth Zegveld en Brechtje Vossenberg. De advocaten staan op dit moment honderden nabestaanden bij van het geweld dat zich tussen 1945-1949 in het voormalig Nederlands-Indië voltrok, waaronder verschillende nabestaanden van voornoemd aanval op Rengat e.o.
Achtergrond
- A.L. Hoek, 'Ook op Sumatra richtten de Nederlanders een bloedbad aan' | NRC Weekend, 13 februari 2016
- ANP, 'Bloedbad Sumatra in 1949 kostte veel meer levens' | Het Parool, 13 februari 2016
Eerdere berichten
- Interview met Liesbeth Zegveld: ‘Sympathieke’ regeling levert stokoude weduwen nog niets op
- Verlenging Civielrechtelijke Regeling ter verkrijging van schadevergoeding Indonesische weduwen
- Staat gedagvaard namens tientallen kinderen i.v.m. postkoloniaal geweld in voormalig Nederlands-Indië (1945-1949)