Vandaag heeft de Grote Kamer van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens unaniem geoordeeld dat er in de zaak Jaloud t. Nederland sprake is van een schending van artikel 2 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit betekent ook dat de stelling van de Nederlandse Staat en het Verenigd Koninkrijk, dat het EVRM niet van toepassing was op de Nederlandse militaire missie in Irak, door het Hof is verworpen.
De zaak betreft een schietincident in Irak op 21 april 2004 waarbij Nederlandse soldaten waren betrokken. De heer Azhar Sabah Jaloud werd hierbij doodgeschoten. De vader van het slachtoffer, die de zaak had aangespannen, werd bijgestaan door advocaten Liesbeth Zegveld en Wil Eikelboom. De Staat moet de nabestaanden een schadevergoeding betalen van € 25.000.
Lees hier het persbericht van het EHRM (in Engels).
Bijlage (in Engels)
- Uitspraak, Jaloud vs the Netherlands (appl. nr. 47708/08)
Eerdere berichten