Vanmiddag publiceerde de De Hoge Raad een arrest waarin het de cassatie tegen een veroordeling voor poging doodslag geslaagd acht. Het hof oordeelde dat het bewijs van daderschap van de verdachte berust op een matchend DNA-spoor op kussensloop aangeefster, terwijl daarop ook DNA-materiaal van een onbekende andere man is aangetroffen. Het hof week af van het uitdrukkelijk onderbouwd standpunt van de verdediging dat die onbekende man de dader was.
De Hoge Raad vindt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het scenario dat de verdachte in de slaapkamer ook het DNA-materiaal van de onbekende andere man heeft achtergelaten, waarschijnlijker is dan, omgekeerd, het scenario dat de onbekende andere man daar ook het DNA-materiaal van de verdachte heeft achtergelaten. De Hoge Raad vernietigde daarom het veroordelend vonnis van het Hof en wees de zaak terug naar het hof voor een nieuwe berechting.
De cassatie in deze zaak was ingesteld door advocaat mr. Dölle die ook het slagende cassatiemiddel opstelde.