Vandaag heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een aantal zaken, waaronder die van cliënt, over het heropstarten van de asielprocedure voor Palestijnen. De Raad van State oordeelde dat de Nederlandse staat weer asielaanvragen van Palestijnen in behandeling moet gaan nemen. Na het uitbreken van de oorliog in Gaza stelde de demissionair staatssecretaris half december met een behandelstop van een half jaar in vanwege de - in zijn ogen - "onzekere" situatie.
De Raad van State oordeelde dat dit besluit onvoldoende gemotiveerd was. De staatssecretaris zou zich onder andere niet voldoende hebben gebaseerd op de meest actuele informatie over de oorlog in Gaza. Dit was ook het standpunt van cliënten, ook zij hadden het motiveringsgebrek in het besluitmoratorium aan de kaak gesteld. Er was op dat moment relevantere en actuelere informatie beschikbaar die duidelijk maakte dat de onzekere situatie helaas niet tijdelijk is.
Cliënten en hun gezinsleden zijn blij dat er niet nog meer vertraging in hun individuele asielprocedure kan optreden. Gezien deze uitspraak en de eerdere toezegging van de staatssecretaris om nareis voor vluchtelingen uit Gaza versneld in behandeling te nemen, zou Nederland nu eindelijk de mogelijkheid die het Europees recht biedt moeten gebruiken om de asielaanvragen van deze tientallen asielzoekers (minder dan 100) ook versneld in behandeling te nemen.
Deze uitspraak gaat overigens niet over een verruiming van het toelatingsbeleid maar om het terugdraaien van een verlenging van de beslistermijn. Binnen de termijn die ook geldt voor alle andere asielzoekers moet de aanvraag binnen de huidige beoordelingskaders worden beoordeeld waardoor de IND nu aan zet is om met gepaste voortvarendheid te beslissen.
Cliënten werden in deze zaak bijgestaan door Flip Schüller.