De Faunabescherming zond op de radio een reclame uit met de tekst: “Stropers zijn jagers zonder vergunning. Jagers zijn stropers met vergunning”. De Jagersvereniging klaagde hierover bij de Reclame Code Commissie.
De Reclame Code Commissie wees deze klacht af en gisteren heeft het College van Beroep dit oordeel bevestigd (beide uitspraken zijn hier te lezen). In een principiële beslissing oordeelt het College dat het hier gaat om een opiniërende verkondiging van een denkbeeld in een reclame en dat daarvoor een ruime vrijheid van meningsuiting geldt. Het College oordeelt dat De Faunabescherming zich in haar reclames “pakkend” mag uiten, ook als het de Jagersvereniging onwelgevallig is en jagers kan kwetsen, overwegend dat de vrijheid van meningsuiting die ruimte biedt. De grenzen van de vrijheid van meningsuiting zijn naar oordeel van het College in deze zaak niet overschreden.
Verder is er geen sprake van oneerlijke handelspraktijken, nu (zo oordeelt het College) De Faunabescherming niet kwalificeert als een ‘handelaar’. Dat De Faunabescherming vraagt om een donatie voor een ideëel doel betekent verder niet dat er sprake is van het tegen betaling uitoefenen van een economische activiteit. De regels in de Nederlandse Reclame Code over oneerlijke handelspraktijken zijn daarom niet van toepassing, aldus het College.
De Faunabescherming werd in deze zaak bijgestaan door Emiel Jurjens.