Namens 20 cliënten is een aangifte ingediend bij het Openbaar Ministerie wegens beïnvloeding van het onderzoek van de Openbaar Aanklager van het Internationaal Strafhof naar de ‘Situation in the State of Palestine en de belaging, intimidatie, het uitoefenen van druk en belasteren van medewerkers van het Internationaal Strafhof, waaronder de Openbaar Aanklager gedurende dit onderzoek. De aangifte volgt op de publicatie op 28 mei 2024 van een uitgebreid onderzoek uitgevoerd door de samenwerkende media The Guardian, +972 Magazine en Local Call. Hoewel de aangifte geen individuele beoogd verdachten noemt, volgt uit de berichtgeving duidelijk dat het Nederlandse strafrechtelijk onderzoek zich zou moeten richten op (senior) medewerkers van de Israëlische veiligheidsdiensten. Cliënten zijn vrijwel allemaal Palestijnen en ook vrijwel allemaal woonachtig op de Westelijke Jordaanoever.

Ondermijning en beïnvloeding 

De genoemde berichtgeving laat zien hoe Israëlische leiders en veiligheidsdiensten zich bezighielden met een bijna tien jaar durende campagne tegen het team van de Openbaar Aanklager bij het Internationaal Strafhof in een poging om een effectief strafrechtelijk onderzoek te voorkomen. De Israëlische aanval op het Hof was tweeledig. Aan de ene kant probeerden de Israëlische diensten de integriteit van de Aanklager te beschadigen, bijvoorbeeld door voormalig Aanklager Fatou Bensouda een groot geldbedrag aan te bieden, of door het opzetten van een lastercampagne gericht tegen haar echtgenoot. Op die manier probeerde Israël haar onder druk te zetten het onderzoek te staken. Aan de andere kant hebben de Israëlische veiligheidsdiensten jarenlang op grote schaal ICC medewerkers afgeluisterd en gemonitord in een poging zoveel mogelijk informatie op te halen over het lopende onderzoek. Op deze manier zorgden zij ervoor dat mogelijk strafbare feiten die de Aanklager wilde onderzoeken, eerst door de Israëlische diensten zouden worden onderzocht. Hierdoor zouden de Israëlische diensten rechtstreeks toegang tot (en invloed op) bewijs en getuigen hebben en konden ze verder onderzoek effectief ondermijnen. Als gevolg van het complementariteitsbeginsel - een kernbeginsel binnen het Strafhof - heeft het Strafhof geen rechtsmacht indien misdrijven effectief en oprecht worden onderzocht door Staten zelf. Dus door informatie in te winnen over incidenten die door de Aanklager werden onderzocht, en dan achteraf alsnog een schijnonderzoek op te zetten, deed Israël het dus voorkomen alsof deze misdrijven wel degelijk op nationaal niveau werden onderzocht waardoor verdere inmenging van het ICC niet nodig zou zijn. 

Naast de Israëlische ondermijningspogingen, werden de Aanklager en zijn medewerkers ook onder druk gezet door een aantal Amerikaanse Senatoren[1] die probeerden het onderzoek stoppen. In een brief van 24 april 2024 en bezorgd in Den Haag lieten zij de Aanklager weten: 

Target Israel and we will target you. If you move forward with the measures indicated in the report, we will move to end all American support for the ICC, sanction your employees and associates, and bar you and your families from the United States. You have been warned.”

In de ogen van aangevers kan deze brief alleen maar worden opgevat als een directe intimidatiepoging die ook onder Nederlands recht strafbaar is. Aangevers menen daarom dat ook deze Senatoren strafrechtelijk onderzocht zouden moeten worden. 

Reacties op de beschuldigingen

Aanklager Khan heeft recent de pogingen tot beïnvloeding zeer sterk veroordeeld, hoewel hij daarbij Israël niet specifiek noemde. Ook verschillende ICC Verdragsstaten voelden zich geroepen om publiekelijk hun steun voor het Hof en de inspanningen van de Aanklager uit te spreken.

Zorgen van aangevers

Ondanks de Israëlische actie kondigde Aanklager Khan op 20 mei jl. aan dat hij arrestatiebevelen zou uitvaardigen tegen Benjamin Netanyahu (premier van Israël) en Yoav Gallant (Israëlische Minister van Defensie). Toch vinden aangevers dat de Israëlische pogingen het onderzoek te beïnvloeden en ondermijnen een duidelijke aanslag op hun toegang tot het recht vormen. Een strafrechtelijke vervolging door het ICC in deze zaak zou ontegenzeggelijk een enorme impact hebben. De Palestijnse bevolking, waaronder cliënten en hun familie, worden al decennia door Israël onderdrukt, dat hun land afneemt, hun huizen en oogsten verwoest en hen onderwerpt aan een illegaal apartheidssysteem. Deze structurele misstanden staan nog los van de vele gewelddadige en willekeurige aanvallen tegen Palestijnse burgers door het Israëlische leger en Israëlische kolonisten. Het zijn precies deze structurele mensenrechtenschendingen, en deze gewelddadige aanvallen, waarop het onderzoek van het Strafhof zich richt. De vele pogingen van Israël om het onderzoek te beïnvloeden, saboteren en stoppen vormt daarmee een directe inbreuk op hun recht op gerechtigheid. 

De Israëlische pogingen passen bovendien in de anti-Hof rethoriek die al langer wordt gebezigd en aangevers zeer verontrust. De Israëlische opstelling faciliteert daarmee een legitimering van publieke aanvallen op de autoriteit en integriteit van het Internationaal Strafhof. Verschillende VN experts hebben zich eerder al kritisch uitgelaten over bijvoorbeeld het oproepen tot sancties tegen ICC medewerkers, zoals dat in onder andere de Verenigde Staten is gebeurd. De angst leeft dat deze vormen van intimidatie ertoe zullen leiden dat het Hof zich uiteindelijk zo onder druk gezet voelt dat het het onderzoek naar Israël's handelen stil legt in een poging om andere onderzoeken te beschermen. Ook wordt gevreesd dat Israël en de VS de Palestijnse Autoriteit onder druk zetten om niet meer mee te werken aan het onderzoek van het Internationaal Strafhof, waarmee dat effectief zou komen stil te liggen

Waarom Nederland

Als gastland heeft Nederland een bijzondere verplichting op zich genomen jegens het ICC om de veiligheid van medewerkers en "the proper functioning of the Court, free from interference of any kind" te garanderen. Uit eerder genoemde berichtgeving van o.a. The Guardian en de reacties die dit teweegbracht blijkt dat die "proper functioning" onder hoge druk is komen te staan en dat actie niet langer alleen gewenst maar zelfs nodig is. Aangevers roepen het Nederlandse Openbaar Ministerie daarom op een eigen strafrechtelijk onderzoek te starten. Nederland heeft in deze zaak rechtsmacht omdat veel van de vermoedelijke strafbare feiten op Nederlands grondgebied zijn gepleegd aangezien de Openbaar Aanklager van het Strafhof vanuit Den Haag zijn onderzoek verricht. 

Meer informatie

Aangevers worden in deze zaak bijgestaan door Barbara van Straaten

 

[1] Tom Cotton, Marco Rubio, Mitch McConnell, Katie Boyd Britt, Marsha Blackburn, Ted Budd, Kevin Cramer, Bill Hagerty, Pete Ricketts, Rick Scott, Tim Scott and Ted Cruz.

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.