Dilani Butink heeft een procedure aangespannen tegen de Staat der Nederlanden en Stichting Kind en Toekomst vanwege haar adoptie uit Sri Lanka. Dilani betoogt dat haar adoptie onrechtmatig was, omdat die niet voldeed aan de voorwaarden waar een interlandelijke adoptie aan moest voldoen. Dit was onder meer het geval vanwege veelvoorkomende misstanden bij adopties uit Sri Lanka, zoals documentvervalsing, corruptie, en uitbuiting van de positie van kwetsbare vrouwen.
De rechtbank heeft de vordering van Dilani in eerste aanleg afgewezen, omdat deze zou zijn verjaard. Tegen dit vonnis is Dilani in hoger beroep gekomen. Bovendien is na de uitspraak van de rechtbank het rapport van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het Verleden verschenen. De Commissie bevestigt dat er in Sri Lanka sprake was van ernstige en structurele misstanden bij interlandelijke adopties en dat zowel de Staat als bemiddelingsorganisaties op de hoogte waren van deze misstanden. Mede als gevolg van dit rapport heeft de Staat besloten zich niet langer op verjaring te beroepen.
Op donderdag 24 maart 2022, om 9:30 uur zal het Gerechtshof Den Haag het hoger beroep van Dilani tegen de uitspraak van de rechtbank behandelen. De zitting is openbaar en iedereen die daarbij aanwezig wenst te zijn kan de zitting bijwonen.
Eerdere berichtgeving over deze zaak is hier terug te vinden:
- Illegaal geadopteerden houden de overheid aansprakelijk
- Nederlandse Staat en bemiddelingsorganisatie gedagvaard door onrechtmatig geadopteerde vrouw
- Zitting over onrechtmatige adoptie uit Sri Lanka
- Zembla uitzending over de zaak van Dilani Butink
- Uitspraak in zaak over onrechtmatige adoptie uit Sri Lanka
- Interlandelijke adopties tijdelijk gestopt