De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft vandaag geoordeeld dat de Staat een inspanningsverplichting heeft jegens een ex-partner in de toeslagenaffaire om te voorkomen dat private schuldeisers incassomaatregelen nemen. Tegelijkertijd is de Staat niet verplicht om daadwerkelijk te voorkomen dat deze schuldeisers deze maatregelen nemen.
Het vonnis hier te vinden. De uitspraak is ook van belang voor andere ex-partners.
De eiser in deze zaak, Roger Derikx, had de Staat in kort geding gedaagd om te voorkomen dat hij nog verder in de schulden terechtkomt wegens het uitblijven van een regeling voor ex-partners in de toeslagenaffaire (zie dit eerdere nieuwsbericht). De regeling voor slachtoffers van de toeslagenaffaire (de zogenaamde Catshuisregeling) geldt alleen voor de officiële aanvragers van de toeslagen en hun huidige partner. Voor ex-partners die ook schade hebben geleden is door de regering wel een regeling aangekondigd, maar deze is nog niet aangenomen. Deze ex-partners - naar schatting tussen de 7.000 tot 9.000 personen - vallen nu tussen wal en schip.
Derikx had gevorderd de Staat te verplichten om - in afwachting van de definitieve ex-partnerregeling - een schuldenmoratorium in te stellen (een pauzeknop waarmee private schuldeisers tijdelijk wordt verboden incassomaatregelen te treffen) of garant te staan voor zijn schulden. De voorzieningenrechter wijst deze vorderingen af, omdat zij niet vooruit wil lopen op deze regeling en op de vraag of de schulden van Derikx het gevolg zijn van de toeslagenaffaire.
De voorzieningenrechter meent wel dat reëel is dat Derikx in aanmerking zal komen voor deze regeling. Om die reden heeft de Staat een inspanningsverplichting om zich namens Derikx tot de private schuldeisers te wenden die incassomaatregelen treffen. De Staat moet deze schuldeiser “pogen […] te bewegen tijdelijk, in afwachting van de totstandkoming van een ex-partnerregeling, van verhaal af te zien, dan wel om in die periode genoegen te nemen met een (tijdelijke) betalingsregeling”. Deze overweging is ook relevant voor andere ex-partners die in de problemen komen in afwachting van de ex-partnerregeling.
Derikx vindt het onjuist dat de Staat geen zwaardere zorgplicht krijgt opgelegd, omdat ex-partners nu risico blijven lopen op toename van schade wegens het uitblijven van een regeling waarvan al is erkend dat die nodig is. Tegelijkertijd is hij blij dat de Staat wel in actie moet komen voor hem en andere ex-partners die met incassomaatregelen worden geconfronteerd. Hij beraadt zich nog op vervolgstappen.
Derikx wordt in deze kwestie bijgestaan door Lisa Komp en Tom de Boer.