In 2020 deed La Strada International, bijgestaan door het advocatenkantoor Prakken d‘Oliveira en het Global Legal Action Netwerk (GLAN), aangifte tegen twee Nederlandse scheepsbouwbedrijven naar aanleiding van beschuldigingen van dwangarbeid op een Poolse scheepswerf, waar zij hun schepen lieten bouwen. In december 2021 oordeelde het Nederlandse Openbaar Ministerie - na een verkennend onderzoek - dat niet kon worden vastgesteld dat de Nederlandse bedrijven hadden geprofiteerd van die dwangarbeid. Wel erkende het OM de basis van de aanklacht, namelijk de uitbuiting van Noord-Koreaanse arbeiders in Polen, door een Poolse scheepswerf die schepen leverde aan de Nederlandse scheepsbouw.

Vandaag (16 december) is La Strada International, opnieuw bijgestaan door Prakken d‘Oliveira, GLAN en Freedom Fund een artikel 12 procedure gestart tegen de eerdere beslissing van het Openbaar Ministerie om deze twee bedrijven niet te vervolgen.

Achtergrond
In het beroep betoogt klager dat de twee Nederlandse scheepsbouwfirma‘s wisten of redelijkerwijs hadden kunnen weten van de onmenselijke, slavernijachtige omstandigheden waaronder Noord-Koreaanse arbeiders werden
onderworpen, maar desondanks toch doorgingen met het bestellen van scheepsonderdelen van deze werf. Opzettelijk misbruik maken van uitbuiting van een ander is strafbaar in Nederland. Het verwerven van goederen
waarvan bekend is of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn dat ze zijn geproduceerd door middel van een misdrijf als dwangarbeid, valt bovendien als witwassen of heling onder het Nederlandse wetboek van strafrecht.
De Nederlandse bedrijven hielden toezicht en waren betrokken bij het hele proces rondom de scheepsbouw: van de eerste tekeningen tot de ‘turn key’ van de laatste schroef. Op de Poolse scheepswerf werkten zo‘n 80 NoordKoreanen. 90% van het werk op de Poolse werf was bestemd voor de Nederlandse (afzet)markt. De onmenselijke werkomstandigheden kwamen aan het licht door een onderzoek van de Universiteit Leiden en een reportage van Why Slavery.

Verantwoordelijkheid van afnemers
Het beroep bij het Gerechtshof in Den Haag tegen de niet-vervolgingsbeslissing is een potentieel baanbrekende zaak. Bedrijven die profiteren van moderne slavernij moeten worden aangepakt. Deze zaak wijst op aanzienlijke hiaten in
arbeidsbescherming binnen de EU en het gebrek aan rechtsmiddelen voor de getroffen werknemers. Deze zaak geeft Nederland een duidelijke kans om de verantwoordelijkheid van bedrijven voor mensenrechtenschendingen in hun
toeleveringsketens af te dwingen en gerechtigheid te brengen. De zaak komt op een moment van grote veranderingen in Nederland - met een nieuw voorgestelde due diligence-wet die in januari in het Nederlandse parlement wordt
besproken. Ook de Europese Commissie heeft een voorstel ingediend voor een EU-wet inzake due diligence voor bedrijven en mensenrechten en tevens een verordening voorgesteld om producten die met dwangarbeid zijn
gemaakt, te verbieden op de Europese Markt. Daarnaast wordt momenteel op Europees niveau belangrijke wetgeving over mensenhandel en de rechten van slachtoffers van geweldsmisdrijven herzien.

Meer informatie is te vinden op de website https://www.lastradainternational.org/nkforcedlabour/.

La Strada International wordt in deze zaak bijgestaan door Barbara van Straaten

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.