Op 27 januari publiceerde het Ministerie van Justitie en Veiligheid een aantal documenten in het kader van een verzoek Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). Het verzoek was gedaan door advocate Barbara van Straaten namens de vier NGO's die zij bijstaat in de aangifte die zij deden tegen Shell. De aangifte draait om Shell’s rol bij het verkrijgen van de exploitatierechten voor het Nigeriaanse olieblok dat bekend staat als OPL245. Shell verkreeg deze rechten in 2011, samen met het Italiaanse oliebedrijf Eni S.p.A. De aangifte is gedaan namens cliënten, de non-gouvernementele organisaties Corner House (UK), Global Witness (UK), HEDA Resource Centre (Nigeria) en Re:Common (Italië).
Het strafrechtelijk onderzoek naar deze zaak, met de naam Etosha, loopt al jaren. In het voorjaar van 2019 kondigde Shell zelf aan via een persverklaring dat het Openbaar Ministerie bekend zou hebben gemaakt voldoende bewijs te zien voor een strafrechtelijke vervolging. Sindsdien is er echter geen nieuws vernomen over de zaak. In Italië is ook een strafrechtelijk onderzoek geopend naar zowel Eni als Shell. Deze zaak is inmiddels voor de rechter in Milaan gebracht en de eerste veroordelingen zijn daar al uitgesproken.
In het najaar van 2018 vernamen cliënten geruchten dat het Nederlandse Openbaar Ministerie zou aansturen op een schikking. Cliënten hebben hierop een brief gestuurd aan Minister Grapperhaus met een dringende oproep om deze zaak voor de rechter te brengen. Eenzelfde oproep werd later gedaan door een aantal Nederlandse maatschappelijke organisaties. In Nederland heeft de Minister van Justitie de uiteindelijk bevoegdheid om een schikking (een zogenaamde hoge transactie) in een strafzaak goed of af te keuren. In zijn reactie stelde de Minister dat het Openbaar Minister de zaak nog in onderzoek had en dat het derhalve nog niet duidelijk was of het in deze zaak tot een schikking zou komen. De Minister gaf aan dat het gezien de scheiding der machten "ongepast" zou zijn indien op dit moment enige betrokkenheid of commentaar had op deze zaak.
Uit de nu vrijgegeven Wob-documenten ontstaat echter een ander beeld. Het lijkt erop dat er in de zomer van 2018 intensieve contacten zijn geweest tussen de top van het Openbaar Ministerie en de Minister aangaande deze zaak. Op agenda's en uitnodigingen voor besprekingen staat deze zaak onder andere genoemd onder het kopje "hoge transacties". Dat lijkt erop te wijzen dat de mogelijkheid van een schikking destijds wel degelijk op tafel lag. De vrijgegeven Wob-documenten, zijn hier terug te vinden. Naar aanleiding van het Wob-besluit zijn ook Kamervragen gesteld. Deze zijn hier terug te vinden (met antwoorden).
Cliënten gaan door met hun onderzoek in de deze zaak. Zij houden vast aan de eerder ingediende aangifte en blijven zich inzetten om deze zaak voor de Nederlandse rechter te brengen.
NRC en Follow the Money hebben inmiddels gepubliceerd naar aanleiding van het Wob-besluit.
Voor eerdere berichtgeving over deze zaak, zie hier.