Gisteren vond op de rechtbank Den Haag pleidooi plaats in de zaak aangaande de Molukse treinkaping (De Punt). De zaak is aangespannen tegen de Nederlandse Staat door nabestaanden van treinkapers Hansina Uktolseja en Max Papilaja. De nabestaanden worden bijgestaan door advocaten Liesbeth Zegveld en Brechtje Vossenberg.
Lees hier een artikel over de zitting dat vandaag in het Algemeen Dagblad werd gepubliceerd.
Achtergrond
Op 23 mei 1977 kaapte een groep Zuid-Molukkers een trein in de provincie Drenthe. Op 11 juni 1977 werd de kaping gewapenderhand beëindigd. Eerst werd de trein minutenlang onder vuur genomen door lange-afstandschutters, waarna vijf Aanvalsgroepen de trein enterden om deze veilig te stellen. De oud-mariniers die nu als getuigen zijn gehoord, maakten onderdeel uit van Aanvalsgroepen 2 en 5, die kapers Hansina Uktolseja en Max Papilaja vervolgens hebben doodgeschoten.
Eerdere berichten
- Treinkaping ‘De Punt’: nabestaanden en overlevende stellen Staat aansprakelijk
- Nabestaanden van geëxecuteerde Molukse kapers dagvaarden de Staat in de zaak 'De Punt'
- 4 november 2016: comparitiezitting inz. executies bij beëindiging treinkaping bij De Punt door de Staat in 1977
- Vorderingen inzake Molukse treinkaping (1977) niet verjaard; rechtbank gelast nader onderzoek
- Rechtbank verbiedt hoger beroep tegen tussenvonnis 1 februari 2017 inz. 'De Punt'; zaak gaat door
- Getuigenverhoren mariniers inz. de Molukse treinkaping (De Punt, 1977) afgerond
- Interview met Liesbeth Zegveld over De Punt