Op 30 oktober is voor de rechtbank Den Haag de strafzaak tegen de van oorlogsmisdaden verdachte Eshetu A. van start gegaan. De strafzaak draait om misdaden die zijn begaan tijdens de zogenaamde ‘Red Terror’ (1977-1978) een zeer bloedige periode ten tijde van het Derg-regime in Ethiopië (1974-1987). De verdachte wordt in Nederland vervolgd voor oorlogsmisdaden op basis van de Wet Oorlogstrafrecht . Verdachte Eshetu A. wordt ervan verdacht een regionale vertegenwoordiger te zijn geweest van het Derg-regime in de provincie Gojjam. Hij zou onder meer de executie hebben bevolen van 75 jonge mannen die lid waren van de oppositie. De slachtoffers werden opgesloten in een kerk en gewurgd, waarna hun lichamen werden gedumpt in een massagraf. Daarnaast wordt de verdachte ook verdacht van marteling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en onmenselijke behandeling van gevangenen in detentiekampen in Debre Marcos en Meketel.
Advocaten Göran Sluiter en Barbara van Straaten staan in deze zaak zes van de slachtoffers als benadeelde partijen bij. Namens clienten hebben zij een vordering tot schadevergoeding ingediend, welke op donderdag 2 november door de rechtbank zal worden behandeld. Een aantal van de slachtoffers zal die dag ook gebruik maken van hun spreekrecht om de rechtbank te informeren over de gevolgen van de misdaden waarvan zij slachtoffer zijn geworden.
Voor mediaberichten over deze zaak: