De Grote Kamer van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg heeft op 26 juli 2017 de beslissing in stand gehouden waarmee de Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE) van de Europese terreurlijst worden geschrapt. De LTTE is een bevrijdingsbeweging die opkomt tegen de regering van Sri Lanka. De Europese Raad had de LTTE in 2006 op de Europese terreurlijst geplaatst. Dit is een lijst met individuen, groepen en entiteiten die ervan verdacht worden betrokken te zijn bij terrorisme. De Europese Raad heeft de LTTE sindsdien op die lijst gehouden.
Het Gerechtshof van de EU had in 2014 al geoordeeld dat de beperkende maatregelen betreffende de LTTE konden worden opgeheven. De Raad ging echter tegen deze beslissing in beroep bij het Hof van Justitie EU. De Grote Kamer heeft nu het beroep afgewezen en de beslissing van het Gerecht bevestigd om de blokkering van de LTTE’s banktegoeden tussen 2011 en 2015 op te heffen.
Volgens de Grote Kamer heeft de Europese Raad onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de LTTE nog steeds de intentie zou hebben om terroristische aanslagen te plegen in Sri Lanka, zelfs nu de LTTE in 2009 militair verslagen werd door het regeringsleger. Volgens het Hof leidt een dergelijke militaire nederlaag tot dusdanige gewijzigde omstandigheden, dat vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het risico dat de LTTE nog steeds zou vormen in het kader van terroristische acties. De Europese Raad had derhalve bewijs aan moeten dragen om aan te tonen dat deze risico’s nog steeds bestaan, hetgeen het heeft nagelaten.
Tamara Buruma en Marieke van Eijk behandelden deze zaak namens de LTTE.
Een link naar het persbericht van het Hof kan hier worden gevonden.