Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag bevestigd dat de Nederlandse zakenman Frans van Anraat schadevergoeding moet betalen aan de slachtoffers van mosterdgasaanvallen in Iran en Irak in de jaren tachtig. Het hof verklaarde het hoger beroep dat Van Anraat had ingesteld tegen het op 23 april 2013 gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag, op alle punten ongegrond.
Van Anraat leverde ten tijde van het regime van Saddam Hussein in Irak aan de Iraakse militaire industrie grote hoeveelheden thiodiglycol ('TDG'). Deze grondstof werd door het Iraakse regime gebruikt voor de productie van mosterdgas, dat vervolgens werd verwerkt in bommen. Deze bommen werden halverwege de jaren tachtig door het Iraakse regime ingezet tegen burgers. Deze burgers hebben ten gevolge daarvan ernstige, blijvende (gezondheids)schade opgelopen.
Van Anraat was eerder al onherroepelijk veroordeeld voor zijn strafrechtelijke betrokkenheid daarbij. Liesbeth Zegveld daagde Van Anraat vervolgens voor de burgerlijke rechter teneinde de schade van slachtoffers van die chemische aanvallen vergoed te krijgen.
Lees hier het vonnis.
Eerdere berichten:
- Vordering slachtoffers van chemische bombardementen in Irak en Iran tegen Van Anraat
- Comparitie van partijen tussen slachtoffers van de mosterdgasaanvallen in Irak en Iran in 1987 en 1988 en Van Anraat
- Van Anraat moet wederrechtelijk verkregen voordeel terugbetalen
- Van Anraat veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan 16 slachtoffers van Iraakse gifgasaanvallen