Pleidooi voor archiefonderzoek geweld Nederlands-Indië, tijdens comparitiezitting 8 oktober 2015
Amsterdam, 7 oktober 2015 - Morgen vindt op de rechtbank Den Haag een gecombineerde zitting plaats in verband met de zaken van 23 kinderen en weduwen van Indonesische mannen die tussen 1945 en 1949 door het Nederlandse leger standrechtelijk zijn geëxecuteerd. Op zitting staan ook de zaken van een Indonesische man die in 1947 door het Nederlandse leger is gemarteld, en een Indonesische vrouw die het slachtoffer werd van een groepsverkrachting door Nederlandse militairen tijdens de militaire operaties (zuiveringsacties) in het Javaanse dorp Peniwen. De nabestaanden en slachtoffers worden bijgestaan door advocaten Liesbeth Zegveld en Brechtje Vossenberg.
Een van de discussiepunten zal zijn of de rechtbank een archiefdeskundige zou moeten aanstellen om te onderzoeken of er in het Nationaal Archief (verder) bewijs ligt dat de vorderingen van de eisers kan onderbouwen. Daar is alle reden toe.
Afgelopen zomer bleek dat de Nederlandse archieven veel méér informatie bevatten over de aard en omvang van het toentertijd door het Nederlandse leger toegepaste geweld dan eerder werd gedacht. Zo publiceerde de Correspondent in juni een artikel waaruit bleek dat er “dodenlijsten” in het archief te vinden zijn. Daarnaast werd in augustus bekend dat promovendus Remy Limpach op grond van zijn jarenlange onderzoek in die archieven concludeert dat er sprake was van “structureel geweld”. Hij rekent af met de eufemistische term “excessen” die tot op heden van staatswege steeds is gehanteerd. Zijn proefschrift blijft echter op eigen verzoek vertrouwelijk tot 2016. Interessant detail is dat Limpach (ook) in dienst is van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (verbonden aan het Ministerie van Defensie) en voor de Nederlandse Staat de archieven doorzoekt in verband met de vorderingen van de nabestaanden en slachtoffers in deze (en andere) juridische procedures. Dat er in zijn archieven relevante informatie wordt bewaard, is de Staat dus al lange tijd bekend. De advocaten vinden dat het tijd wordt dat deze informatie in de lopende procedures wordt gebracht.
Bijlagen
- Hoek, 'Advocaat eist inzage in proefschrift geweld Indië' | NRC Handelsblad, 7 oktober 2015
- A. Hoek, 'Op de vlucht neergeschoten' | NRC Handelsblad, 15 augustus 2015
- M. van den Brekel, 'In het Nationaal Archief verbergt de overheid namenlijsten van vermoorde Indonesiërs' | De Correspondent, 12 juni 2015
Update 12 oktober 2015
- Hoek, 'Waarheidscommissie Indië is nodig' (interview Geoffrey Robinson) | NRC Handelsblad, 10 oktober 2015
Eerdere berichten
- Nederland aansprakelijk voor schade van weduwen en kinderen van standrechtelijke executies in voormalig Nederlands-Indië
- Nederland aansprakelijk gesteld voor marteling op Java in 1947
- Interview met Liesbeth Zegveld: ‘Sympathieke’ regeling levert stokoude weduwen nog niets op
- Bijeenkomst met weduwen van standrechtelijke executies op Zuid-Sulawesi
- Nederlandse Staat compenseert tien weduwen van de standrechtelijke executies op Sulawesi en biedt excuses aan
- Onderhandelingen met de Staat over de Zuid-Sulawesi zaak op niets uitgelopen
- Aansprakelijkstelling Staat vanwege bloedbaden in Zuid-Sulawesi in 1947
- Nederlandse Staat compenseert negen nabestaanden van het bloedbad Rawagede en biedt excuses aan
- Nederlandse Staat moet weduwen en overlevende van het bloedbad Rawagedeh compenseren
- Vordering weduwen van Rawagede tegen de Nederlandse Staat