De rechtbank Den Haag heeft vandaag bij tussenvonnis bepaald dat de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor de schade van zowel de weduwen als de kinderen van mannen die in het voormalig Nederlands-Indië standrechtelijk zijn geëxecuteerd door het Nederlandse leger. In 2011 had de rechtbank Den Haag reeds bepaald dat het beroep van de Staat op verjaring ten aanzien van de vorderingen van weduwen van standrechtelijk geëxecuteerde mannen en één overlevende uit het dorp Rawagedeh naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. Vandaag heeft de rechtbank bepaald dat een beroep op verjaring (ook) ten aanzien van de kinderen in strijd is met de goede trouw.

Klik hier voor het persbericht op Rechtspraak.nl.

De weduwen en kinderen worden bijgestaan door advocaten Liesbeth Zegveld en Brechtje Vossenberg.

Eerdere berichten

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.