Het Landelijk Parket van het openbaar ministerie heeft op 14 mei 2013 laten weten dat het géén (verdere) strafvervolging zal instellen tegen het bedrijf Lima Holding B.V., onderdeel van de Nederlandse Riwal-groep.
Op 15 maart 2010 deed advocate Liesbeth Zegveld namens de non-gouvernementele organisatie Al-Haq, gevestigd in Ramallah (Bezette Palestijnse Gebieden), aangifte tegen het bedrijf wegens oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid begaan in de periode 2004 tot dan in Nederland en/of de Bezette Palestijnse Gebieden. In het bijzonder zag de aangifte op bijdragen van Riwal-bedrijven aan de bouw van de Muur (nabij Al-Khader en Hizma) en een Israëlische nederzetting op de Westelijke Jordaanoever (Bruqin). De bouw van de Muur werd in 2004 door het Internationaal Gerechtshof aangemerkt als een schending van internationaal humanitair recht. Naar aanleiding van de aangifte, initieerde justitie een strafrechtelijk onderzoek naar Riwal, en verrichtte onder meer doorzoekingen op verschillende locaties.
In reactie op de beslissing van het openbaar ministerie laat Liesbeth Zegveld weten dat het jammer is dat de vervolging niet wordt doorgezet. Anderzijds heeft het openbaar ministerie zich volgens haar zeer ingespannen ten aanzien van het strafrechtelijk onderzoek.
Zegveld: "Riwal has taken far-reaching steps so as to permanently terminate its activities in Israel and/or the occupied territories pursuant to the criminal investigation. I think this case is a warning to companies not to get involved in these dirty businesses."
Lees hier het persbericht van het openbaar ministerie.
Eerdere berichten: