Advocaten Liesbeth Zegveld en Göran Sluiter hebben vandaag een brief gestuurd naar het Landelijk Parket in verband met de aangifte tegen Jorge Zorreguieta. Bij brief van 16 maart 2012 had het parket laten weten géén strafrechtelijk onderzoek in te zullen stellen tegen Zorreguieta, onder meer omdat nader onderzoek naar haar verwachting geen bewijs zou kunnen opleveren. Deze beslissing kon evenwel worden herzien op grond van nieuwe feiten en/of omstandigheden.

Inmiddels zijn er inderdaad nieuwe feiten en omstandigheden aan het licht gekomen die de aannemelijkheid van mede-verantwoordelijkheid van Zorreguieta voor de gedwongen verdwijningen vergroot. Zo blijkt uit onderzoek dat er een nauwe band bestond tussen het militaire regime en (hoge) functionarissen binnen het landbouwministerie, en dat zij wel degelijk op de hoogte waren van de verdwijning van hun werknemers.

Gedwongen verdwijningen vormen, zowel als zelfstandig delict als in hoedanigheid van misdrijf tegen de menselijkheid, een voortdurend misdrijf waarover Nederland rechtsmacht heeft. Op grond van het Internationaal Verdrag Inzake de Bescherming van alle Personen tegen Gedwongen Verdwijningen heeft Nederland, en derhalve ook het openbaar ministerie, een vergaande verplichting om zich actief op te stellen bij het onderzoek naar gedwongen verdwijningen.

Lees hier de brief van 31 januari 2013.

Bijlagen

  • Beslissing van het Landelijk Parket d.d. 16 maart 2012
  • Brief aan het Landelijk Parket van 25 januari 2012 (aanvullende informatie)

Eerdere berichten:

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.