De advocaat-generaal heeft de Hoge Raad in zijn conclusie van 3 mei 2013 geadviseerd het cassatieberoep van de Staat der Nederlanden in wat bekend staat als de 'Srebrenica-zaak' te verwerpen. De voorlopige datum voor de uitspraak is gesteld op 6 september 2013.
De 'Srebrenica zaak' betreft twee zaken die in 2002 aanhangig zijn gemaakt door de nabestaanden van drie moslimmannen die door Bosnisch-Servische troepen onder commando van Ratko Mladić werden gedood. Het betrof Rizo Mustafić, als elektricien werkzaam voor Dutchbat, en twee familieleden van Husan Nuhanović, een tolk voor Dutchbat. De moslimmannen werden door het Nederlandse bataljon van de basis gestuurd bij de val van de Srebrenica enclave in 1995.
Op 5 juli 2011 bepaalde het Gerechtshof Den Haag dat de Staat aansprakelijk was voor de dood van deze mannen; tegen deze uitspraken ging de Staat in cassatie.
De nabestaanden worden bijgestaan door Liesbeth Zegveld.
Lees hier het persbericht van de Hoge Raad der Nederlanden.
Bijlagen
Eerdere berichten: