Vandaag oordeelde de Raad van State in hoger beroep dat de demonstrante die na de ontruiming van kraakpand ‘Schijnheilig’ op 5 juli 2011 in Amsterdam was aangehouden, niet in vreemdelingenbewaring had mogen worden gesteld. Er bestond volgens de Raad van State geen bevoegdheid tot ophouding en bewaring. Bij de ontruiming waren er geen redenen om aan te nemen dat de demonstrante een illegale vreemdelinge was. Daarnaast is het algemeen bekend dat demonstranten bij deze acties soms hun naam niet willen prijsgeven, om hen moverende redenen. Dat is niet voldoende om aan te nemen dat zij illegaal verblijvende vreemdelingen zijn, aldus de Raad van State.
Advocaten Corrien Ullersma en Edward van Kempen, die de demonstrante bijstonden, wijzen op de verstrekkende gevolgen van deze uitspraak. “Het beleid van burgemeester, OM en politie, om demonstranten die hun identiteit niet willen prijsgeven daarom in vreemdelingenbewaring te zetten, kan in de prullenbak,” aldus Ullersma, “dat is een belangrijke doorbraak.”
Bijlage
- Uitspraak van de Raad van State d.d. 1 februari 2012